MY RIDE, MY LIFE
DAVID THORPE
Het was in de jaren '80 dat David Thorpe zijn naam toevoegde aan de eregalerij van motorcrossgrootheden: hij werd niet één, maar drie keer gekroond tot 500cc-wereldkampioen. Daarvoor ging hij de concurrentie aan met onder andere Eric Geboers en André Malherbe. De legende himself aan het woord over deze bijzondere tijd.
Herinneringen aan motorcross gaan bij David - of Dave – ver terug: “Ik weet nog dat ik altijd met mijn vader naar de races ging, toen hij zelf nog reed in de plaatselijke competities. Mijn motortje ging mee in de aanhanger. Ik keek eerst naar zijn race en daarna mocht ik zelf een stukje rijden. Dat was iedere keer echt een cadeautje.”
Je zou denken dat motoren zijn enige passie in het leven zijn als Dave Thorpe opgroeit, maar de uiteindelijk drievoudig wereldkampioen 500cc-motorcross heeft in die tijd nóg een grote liefde: voetbal, en een kans bij de Engelse voetbalclub Queen's Park Rangers zou de geschiedenis bijna anders doen verlopen. Maar het is het teamelement dat hem uiteindelijk voor de motor doet kiezen: “Op de motor is het alleen jij en je motor. Bij voetbal speelde ik soms zo lekker dat ik dacht man of the match te zullen worden, maar dan verloren we alsnog. Dat vond ik helemaal niets. Want op de motor, aan de start, had ik alle controle. Ik vroeg mezelf af waar ik het meeste plezier in had, en dat was altijd motorrijden.”
TONG OP DE TANK
En zo geschiedde: Dave kiest voor de motor en geholpen door zijn ouders begint hij aan zijn pad naar succes. Zijn vader als zijn vaste monteur en zijn inmiddels overleden moeder, die weliswaar niet vaak naar zijn races komt kijken, maar hem wel vormt naar de man die hij nu is.
Een beslissend moment in zijn leven beleeft Dave op dertienjarige leeftijd, als hij een training volgt bij motorcross-legende Roger Harvey. “Aan het einde van de dag mochten we het hele circuit rijden, dat mij welbekend was. Roger reed met ons mee. Hij haalde me in en ik vroeg me af of ik hem een beetje bij zou kunnen houden. Destijds reed hij in de 125cc Grand Prix, dus ik vond het wel een uitdaging. Ik verloor een beetje, liep weer een beetje in en zo gingen we over de finish. Maar hij ging door en ik dacht: ik ga mee. Ik hield hem zelfs bij, maar toen we weer bij de finish kwamen, ging hij weer door. En ik lieg niet: mijn tong hing op de tank! Op dat moment besefte ik dat als ik heel hard zou werken, ik ook sneller zou worden en meer uithoudingsvermogen zou krijgen. En ik bedacht dat ik dolgraag wereldkampioen zou willen worden…”
BEESTACHTIGE RC500
Dat Dave Thorpe uiteindelijk tot drie keer toe wereldkampioen zal worden, kan hij op dat moment nog niet eens vermoeden. Maar zowel in 1985, 1986 als 1989 gaat de kroon naar de Brit. “Terugkijkend naar die jaren tachtig, realiseer ik me dat er een enorm aantal coureurs was die kans maakten op de winst. Ik ben blij dat ik toen racete: er was veel publiek, minder regels rondom gezondheid en veiligheid, de sfeer was gemoedelijker en… we reden op 500cc-tweetaktmotoren.”
En racen voor Honda Racing Corporation op de RC500 was een ding; die motor was niet voor angsthazen gemaakt. “De RC500 was zijn tijd vier of vijf jaar vooruit. Het was een motor die in verkeerde handen een wild dier was, de kracht was soms behoorlijk beangstigend. Ik was altijd aan mijn motor aan het sleutelen, probeerde hem wat milder te maken. André Geboers, Eric Malherbe en ik hadden allemaal dezelfde kansen tijdens het testen, maar we kozen allemaal verschillende richtingen. Mijn motor had vier versnellingen; die van hen altijd vijf.”
“De fysieke kant van het rijden op een 500 tweetaktmotor was zwaar, het was een motor die er met je vandoor kon gaan. Je kon er heel makkelijk mee in de problemen komen, alleen al vanwege de manier waarop de kracht binnenkwam. Maar weet je wat? Ik zou het voor geen goud ter wereld willen veranderen. Het is bijna net als mensen die paardrijden: als je op een hengst rijdt, weet je dat je een beest onder je hebt. De HRC 500's waren absoluut beesten, het waren super motoren.”
DOOR EN DOOR HONDA MAN
Inmiddels is David Thorpe teambaas van het Britse Crendon Fastrack Honda Racing motocross team en eigenaar van het Adventure and Off-Road Centre in Exmoor National Park, dat ook banden heeft met Honda, het merk dat zo prominent aanwezig is in zijn leven. Hier geeft hij mensen de gelegenheid om offroad motoren uitgebreid te kunnen testrijden voordat ze die kopen. “En als mensen dan vragen welke motor ik adviseer, hebben we een vrij eenvoudig gesprek. Ik ben nu eenmaal door en door een Honda man, dat weet iedereen. En dat is niet voor niets: bij een Honda weet je dat je erop rijdt, je wast ‘m, doet het basisonderhoud en je zet ‘m in de garage. Wanneer je ‘m weer nodig hebt, druk je op de knop en hij start, net zo goed als de allereerste keer.”
WETEN WANNEER TE STOPPEN
We kunnen concluderen dat Dave Thorpe een uiterst succesvolle carrière heeft en geen reden tot spijt. Toch is er één ding wat hij anders zou hebben gedaan: “Ik racete de hele jaren tachtig met Honda en HRC, en eind '89 vertrok ik naar een ander merk. Achteraf gezien weet ik dat als ik bij HRC was gebleven, ik nog een kans had gehad. Dus daar heb ik spijt van.”
Weten wanneer je als topsporter moet stoppen, is sowieso lastig. Een onderwerp dat Dave heeft besproken met de betreurde Eric Geboers: “Hij zei in 1990: ‘Weet je wat Dave, ik ga winnen en dan ga ik stoppen.’ En hij won, stapte in een helikopter en ging rechtstreeks naar de Belgische studio's, waar hij op de nationale televisie aankondigde dat hij ermee ophield. Ik wilde dat niet; wilde me niet achteraf hoeven afvragen of ik het nog een keer had kunnen doen.” Maar met drie wereldtitels op zak kan David Thorpe zich van een ding verzekeren: zijn naam zal altijd opgetekend staan in de motorcross geschiedenisboeken.